De geschiedenis van 2001

2001 – Shenzhou 2

Shenzhou 2 lancering
Shenzhou 2 lancering

China lanceerde op 9 januari om 17:00 UTC vanaf Jiuquan Satellite Launch Center een onbemande ruimtecapsule, de Shenzhou 2.

 

Het doel van deze missie was het testen van de apparatuur aan boord van de capsule. Hoewel het een onbemande vlucht was, waren er een aap, hond en een konijn aanwezig om systemen te testen van het ruimtevaartuig.

 

Na bijna zeven dagen en 117 rondjes om de aarde landde de onbemande capsule op 16 januari in Binnen-Mongolië.

2001 – Progress-M1 5

MIR
MIR
MIR
MIR

Een Soyuz-U raket met aan boord de Progress-M1 5 werd op 24 januari om 04:28 UTC gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.

 

De missie had maar één doel, namelijk het ruimtestation MIR de damkring van de Aarde binnenloodsen zodat deze op een gecontroleerde manier hierin kan verbranden.

 

Omdat het ruimtestation de laatste jaren diverse problemen gehad had zoals een brand, een botsing en allerlei technische problemen werd besloten voor deze oplossing.

 

De MIR verbrande uiteindelijk op 23 maart voor een groot deel in de atmosfeer en de overige brokstukken vielen bij Nieuw-Zeeland in de Grote Oceaan.

 

2001 – STS-98

STS-98 bemanning
STS-98 bemanning

Op 7 februari om 23:05 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

 

Destiny
Destiny

Aan boord van deze vlucht waren de Destiny module en vijf astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden.

 

Tijdens deze missie werd het Amerikaanse Destiny ruimtelaboratorium gemonteerd aan het ruimtestation.

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-3 van het ISS.

 

Na een verblijf van bijna zeven dagen in het ISS ontkoppelde de Atlantis op 16 februari en maakte op 20 februari op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility een veilige landing.

 

Foto v.l.n.r.:  Voorste rij Mark Polansky, Marsha Ivins en Kenneth Cockrell. Achterste rij: Robert Curbeam en Thomas Jones. 

2001 – STS-102

STS-102 bemanning
STS-102 bemanning

Foto v.l.n.r.: James Wetherbee, James Kelly, Paul Richards en Andrew Thomas.

Op 8 maart om 11:42 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

 

Aan boord van deze vlucht waren de vrachtmodule Leonardo (MPLM), de ESP 1 en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden en te bevoorraden. Drie van de zeven astronauten behoorden tot de ISS-Expeditie 2.

 

Tijdens deze missie werd het External Stowage Platform 2 (ESP 1) gemonteerd aan het ruimtestation.

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Discovery aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.

Expeditie 2 bemanning
Expeditie 2 bemanning

 

Na een verblijf van bijna negen dagen in het ISS ontkoppelde de Discovery op 19 maart en maakte op 21 maart op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility een veilige landing. De astronauten van ISS-Expeditie 2 bleven in het ruimtesation terwijl de astronauten van ISS-Expeditie 1; William Shepard, Yur Gidzenko en Sergei Krikalev mee terug naar aarde gingen.

 

Foto v.l.n.r.: James Voss, Yury Usachev en Susan Helms.

2001 – Proton-M/Briz-M

Proton-M/Briz-M
Proton-M/Briz-M

Rusland lanceerde vanaf Baikonur Cosmodrome in Kazachstan de eerste Proton-M raket af op 7 april om 03:47 UTC.

 

Het is een viertrapsraket waarvan de motoren van de eerste drie raketmotoren werken op vloeibare brandstof. De vierde trap ook wel upper stage genoemd is bedoeld om de lading in een hogere baan om de aarde te brengen.

 

Door het toepassen van diverse type upper stage kan de raket meerdere ladingen vervoeren en deze in een omloopbaan om de aarde brengen. Dit type wat als eerste is gelanceerd kan een lading van 4980 kilogram in een geostationaire baan (GTO) brengen.

2001 – Mars Odyssey

Mars Odyssey
Mars Odyssey

Op 7 april om 15:02 UTC werd de 2001 Mars Odyssey sonde, voorheen Mars Surveyor 2001 Orbiter, gelanceerd door middel van een Delta II raket vanaf Cape Canaveral.

 

Na een half jaar door de ruimte te hebben gevlogen komt de sonde op 24 oktober aan bij de planeet Mars, waarna de sonde in een baan op deze planeet wordt gebracht.

 

De sonde verzamelde gegevens van het oppervlak zodat de chemische samenstelling vastgelegd kon worden in een Mars-kaart. Verder werd er gezocht naar water en onderzoek gedaan naar de stralingsintensiteit.

 

Deze missie duurde tot 2004 maar is enkele malen verlengd en de sonde is nu nog steeds in een operationele fase.

2001 – GSLV MK I

GSLV MK I
GSLV MK I

De eerste lancering van de GSLV MK I raket door India mislukte op 18 april om 10:13 UTC vanaf Satish Dhawan Space Centre.

 

De Geosynchronous Satellite Launch Vehicle (GSLV) is een drietrapsraket met vier boosters die een lading bij de eerste lancering van ongeveer 1500 kilogram in een geostationaire omloopbaan kon brengen.

 

GSAT 1
GSAT 1

Door te weinig vermogen in de derdetrap van de raket werd de GSAT 1 satelliet in een verkeerde omloopbaan gebrachte waardoor de lancering als mislukt werd verklaard.

2001 – STS-100

STS-100 bemanning
STS-100 bemanning

Op 19 april om 18:40 UTC werd de Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

Aan boord van deze vlucht waren de Canadarm2, de vrachtmodule Raffaello (MPLP) en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden en te bevoorraden.

 

Canadarm2
Canadarm2

Tijdens deze missie werd het Canadarm2 gemonteerd aan het ruimtestation.

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.

 

Na een verblijf van bijna negen dagen in het ISS ontkoppelde de Endeavour op 29 april en maakte op 1 mei op Edwards Air Force Base een veilige landing,

 

Foto v.l.n.r.: Zittend; Kent Rominger en Jeffrey Ashby. Stand; Yuri Lonchakov, Scott Parazynski, Umberto Guidoni, Chris Hadfield en John Phillips. 

2001 – Soyuz-TM 32

Soyuz-TM 32 bemanning
Soyuz-TM 32 bemanning

Op 28 april om 07:37 UTC werd de Soyuz-TM 32 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome.

 

De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zarya module van het International Space Station. Op 19 oktober werd de Soyuz verplaatst naar de Pirs module.

 

Op 31 oktober verlieten de kosmonauten van de Soyuz-TM 33 het ISS en landden die nacht veilig op de Steppe van Kazachstan, de cosmonauten van de Soyuz-TM32 bleven achter in het ISS.

 

Foto v.l.n.r.: Dennis Tito, Talgat Musabayev en Yuri Baturin.

2001 – Soyuz-FG

Soyuz-FG
Soyuz-FG

Vanaf Baikonur Cosmodrome in Kazachstan lanceerden de Russen op 20 mei om 22:32 UTC de eerste Soyuz-FG raket.

 

De tweetrapsraket Soyuz-FG raket was een verbeterde versie van de Soyuz-U en had vier strap-on boosters.

 

De hoogte van de raket was 49,5 meter met een diameter van bijna 3 meter en kon een lading van 6900 kilogram in een lage omloopbaan (LEO) brengen.

2001 – WMAP

WMAP
WMAP

NASA lanceerde op 30 juni om 17:45 de WMAP vanaf lanceerbasis Cape Canaveral.

 

De Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP) is vernoemd naar de kosmoloog David Todd Wilkinson en heeft als doel de temperatuurfluctuaties van de kosmische achtergrondstraling in kaart te brengen. Door de waarnemingen kon nauwkeurig de ouderdom van het heelal worden bepaald, namelijk 13.772 miljard jaar, ook kwamen de wetenschappers er achter dat al na 200 miljoen naar na de oerknal de eerste sterren waren ontstaan en dat is veel eerder dan gedacht.

 

Er kwam een einde aan de missie in oktober 2010 nadat de sonde van Lagrangepunt 2 (L2) had verlaten.

2001 – STS-104

STS-104 bemanning
STS-104 bemanning

Op 12 juli om 09:03 UTC werd de Space Shuttle Atlantis gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

Aan boord van deze vlucht waren de Quest module en vijf astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden.

 

Quest module
Quest module

Tijdens deze missie werd het Quest luchtsluit gemonteerd aan het ruimtestation ten behoeve van ruimtewandelingen.

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Atlantis aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.

Na een verblijf van bijna negen dagen in het ISS ontkoppelde de Atlantis op 22 juli en maakte op 25 juli op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility een veilige landing.

 

Foto v.l.n.r.: Zittend; Charles Hobaugh en Steven Lindsey. Staand; Michael Gernhardt, Janet Kavandi en James Reilly.

2001 – CORONAS F

Coronas F
Coronas F

CORONAS F (Complex ORbital Observations Near-Earth of Activity of the Sun) is een Russische zon onderzoeksatelliet die op 31 juli om 08:00 UTC werd gelanceerd vanaf Plesetsk Cosmodrome. Het algemene doel van Coronas F is de studie van actieve zon en zijn omgeving door observaties in het spectrale bereik van gammastraling tot radiogolven. Specifieke wetenschappelijke doelstellingen zijn:

  • het energietransport van het binnenste van de zon naar het oppervlak te bestuderen, de opbouw ervan in de hogere atmosfeer en de daaropvolgende vrijgave bij niet-stationaire zonne-gebeurtenissen;
  • de studie van zonnevlekken, uitbarstingen en plasma-uitstoot om zo hun theoretische interpretatie- en voorspellingsmethoden te ontwikkelen;
  • de studie van kosmische straling, versneld in zonnevlammen;
  • seismologische studies van het binnenste van het zonnestelsel.

 

Deze 2260 kilogram wegende satelliet deed zijn werk tot 6 december 2005.

2001 – Genesis

Genesis
Genesis

Nadat twee keer de lancering was uitgesteld werd op 8 augustus om 07:28 UTS de Genesis gelanceerd met een Delta II raket vanaf Cape Canaveral. Deze sonde is gebouwd om de zonnewind te vangen in een gebied waar het magnetisch veld van de Aarde geen invloed heeft.

Genesis
Genesis

 

Nadat de sonde van december 2001 tot april 2004 de zonnewind had opgevangen keerde de sonde terug naar de Aarde waar deze op 8 september 2004 verongelukte omdat de parachute niet werkte.

Een geluk bij een ongeluk was dat niet al het opgevangen materiaal verloren was gegaan zodat er toch nog onderzoek kon worden verricht naar de zonnewind die bestaat uit atomen, ionen en hoogenergetische deeltjes.

2001 – STS-105

STS-105 bemanning
STS-105 bemanning

Foto v.l.n.r.: Frederick Sturckow, Patrick Forrester, Daniel Barry en Scott Horowitz.

Op 10 augustus om 21:10 UTC werd de Space Shuttle Discovery gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

Aan boord van deze vlucht waren de vrachtmodule Leonardo (MPLM), de Simplesat en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden en te bevoorraden. Drie van de zeven astronauten behoorden tot de ISS-Expeditie 3.

 

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Discovery aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.

Expeditie 3 bemanning
Expeditie 3 bemanning

Na een verblijf van bijna zeven dagen in het ISS ontkoppelde de Discovery op 20 augustus en maakte op 22 augustus op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility een veilige landing.

 

De astronauten van ISS-Expeditie 3 bleven achter in het ISS terwijl de astronauten van ISS-Expeditie 2; Yuri Usachev, James Voss en Susan Helms mee naar aarde gingen.

 

Foto v.l.n.r.: Mikhail Tyurin, Frank Culbertson en Vladimir Dezhurov.

 

2001 – Pirs

Pirs module
Pirs module

Op 14 september om 23:34 UTC werd Pirs gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome en vervoerd met een Progress M-S01 naar het ISS.

 

Pirs is een Russische koppelingsmodule van het International Space Station en werd gemonteerd op de Zvezda module, na negen dagen werd de Progress M-S01 losgekoppeld van de Pirs om te verbranden in de aardse atmosfeer.

 

Aan deze module kunnen zowel Soyuz als Progress ruimtevaartuigen koppelen.

2001 – Soyuz-TM 33

Soyuz-TM 33 bemanning
Soyuz-TM 33 bemanning

Op 21 oktober om 08:59 UTC werd de Soyuz-TM 33 gelanceerd vanaf Baikonur Cosmodrome. De aan boord zijnde drie kosmonauten koppelden twee dagen later aan de Zarya module van het International Space Station. Op 22 april 2002 werd de Soyuz verplaatst naar de Pirs module.

 

Op 5 mei 2002 verlieten de kosmonauten van de Soyuz-TM 34 het ISS en landden die nacht veilig op de Steppe van Kazachstan, de cosmonauten van de Soyuz-TM33 bleven achter in het ISS.

 

Foto v.l.n.r.: Konstantin Kozeyev, Viktor Afanasyev en Claudie Haigneré.

2001 – STS-108

STS-108 bemanning
STS-108 bemanning

Foto v.l.n.r.: Mark Kelly, Linda Godwin, Daniel Tani en Dominic Pudwill Gorie.

Op 5 december om 22:19 UTC werd de Space Shuttle Endeavour gelanceerd vanaf Kennedy Space Center.

Aan boord van deze vlucht waren de vrachtmodule Raffaello (MPLM), de Starshine 2 en zeven astronauten die de missie hadden het International Space Station uit te breiden en te bevoorraden. Drie van de zeven astronauten behoorden tot ISS-Expeditie 4.

 

Na een vlucht van bijna twee dagen koppelde de Endeavour aan de koppelingsmodule PMA-2 van het ISS.

Expeditie 4 bemanning
Expeditie 4 bemanning

Na een verblijf van bijna acht dagen in het ISS ontkoppelde de Endeavour op 15 december en maakte op 17 december een veilige landing op Kennedy Space Center Shuttle Landing Facility.

 

De astronauten van ISS-Expeditie 4 bleven in het ruimtestation terwijl de astronauten van ISS-Expeditie 3; Mikhail Tyurin, Frank Culbertson en Vladimir Dezhurov mee naar aarde gingen.

 

Foto v.l.n.r.: Daniel Bursch, Yuri Onufriyenko en Carl Walz.