De Geschiedenis van de ruimtevaart begint hier!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laceer Historie

De orbitale lanceringen die hebben plaatsgevonden en de pogingen daartoe zijn per jaar in overzichten weergegeven.

 

Elke geslaagde lancering in een jaar is uniek kenbaar gemaakt door een driecijferig oplopend nummer, het zogenaamde lanceringsnummer.

Buiten deze unieke lanceringsnummers zijn er nog drie categorieën lanceringen. Deze zijn herkenbaar gemaakt door een letter en een tweecijferig oplopend nummer, waarbij de letter de volgende betekenis heeft:

F – mislukte lanceringen;

E – lanceringen die mislukt zijn op een lanceerbasis voordat deze plaatsvonden, bijvoorbeeld door brand of explosie;

S – suborbitale lanceringen die een grootbelang hadden in lanceringen voorafgaand aan orbitale missies of ruimtevaartprogramma’s;

U – lanceringen die niet in aanmerking komen voor een COSPAR-nummer en weer terugkeerden op aarde;

M – lanceringen vanaf de maan.

 

De lading van een lancering van de bovengenoemde categorieën is uniek kenbaar gemaakt en is opgebouwd uit het jaar gevolgd door een liggend streepje, de letter F, E, S, U of M, een tweecijferig oplopend nummer en een letter(s) voor elk stuk lading.

 

Een lading die benoemd is door United Nations Office for Other Space Affairs (UNOOSA) is kenbaar gemaakt door toepassing van het internationale COSPAR-nummer. Dit COSPAR-nummer bestaat uit het jaar gevolgd door een liggend streepje, het unieke lanceringsnummer en een letter(s) voor elk stuk lading.

 

Ontbreekt het COSPAR-nummer dan is deze nog niet geregistreerd door de UNOOSA of betreft het een rakettrap die is geland na een lancering. Ladingen eindigend op *nb zijn nog niet bevestigd door de UNOOSA.

 

Betreft de lading een instrument voor een ruimtestation, een ruimtestation module, een maan/planeet/astroïde voertuig of andere een object en deze lading is niet geregistreerd, dan is de lading kenbaar gemaakt door het jaar gevolgd door een liggend streepje, het unieke lanceringsnummer en gevolgd door:

/Rx – geslaagde lancering/uitzetting in de ruimte, waarbij x het volgnummer betreft;

/Fx – mislukte lancering/uitzetting in de ruimte, waarbij x het volgnummer betreft.

In deze overzichten wordt gebruik gemaakt van meerdere symbolen, de betekenis hiervan zijn:

Geslaagde lancering.
Niet volledig geslaagde lancering.
Mislukte lancering.
Geslaagde uitzetting van de lading.
Niet volledig geslaagde uitzetting van de lading.
Mislukte uitzetting van de lading.
Geslaagde uitzetting van de mini/nano/cube satelliet.
Niet volledig geslaagde uitzetting van de mini/nano/cube satelliet.
Mislukte uitzetting van de mini/nano/cube satelliet.
Geslaagde landing.
Niet volledig geslaagde landing.
Mislukte landing.
Gecontroleerd neergestort.
Neergestort.
Atmosferische binnenkomst (reentry).
Lees verder.

Het land van herkomst van de lading en het land waar de lancering heeft plaatsgevonden wordt door middel van een vlag kenbaar gemaakt en staat achter de betreffende lading of lanceerbasis.

 

 

Wanneer het een internationale organisatie betreft dan wordt het land waar het hoofdkantoor staat gezien als land van herkomst. Gaat het om een intergouvernementele organisatie (IGO) dan zal de UN-vlag worden getoond.

Een voorbeeld hiervan is Intelsat, vanaf 1964 tot en met 2001 is dit een IGO en daarna een private organisatie met het hoofdkantoor in Luxemburg.

Lanceringen in het jaar